Regenten- en overliedenportretten

De vijf regenten- en overliedenportretten die Van der Helst in de jaren vijftig schilderde, staan geheel in de traditie van het Amsterdamse groepsportret. Steeds zijn de bestuurders ten voeten uit afgebeeld en rond een tafel geplaatst. Meestal zijn zij geportretteerd tijdens een gemeenschappelijke bezigheid en zijn zij met elkaar in gesprek. Tenminste één regent richt zich tot de beschouwer.

In navolging van de regenten van het Spinhuis die zich in 1628 door Pickenoy hadden laten portretteren, gaven de regenten en regentessen van deze instelling in 1650 Van der Helst opdracht voor een gezamenlijk portret. Naast de beeltenis van de bestuurders geeft Van der Helst een beeld van de gang van zaken in het Spinhuis, door verschillende ruimtes weer te geven. Achter de levensgrote figuren van de regenten wordt klein in de achtergrond een doorkijk geboden op een zaal waar de bewoonsters van het Spinhuis bezig zijn met het naaien van linnen. Bij zijn oprichting was het Spinhuis een sociale instelling, maar door de jaren heen was uit het opvanghuis een vrouwengevangenis gegroeid. Van der Helst lijkt een realistisch beeld van de situatie in deze instelling te geven. Een van de vrouwen wordt door een bewaakster met een schoen geslagen. Door een traliehek worden de naaiende vrouwen gadegeslagen door bezoekers die hiervoor twee stuivers entreegeld moesten betalen. Lees meer over dit schilderij

Van der Helst schilderde in de jaren vijftig drie portretten van de overlieden van de schuttersdoelen. Deze schilderijen zijn typische regentenstukken waarbij de vier bestuurders rond een tafel zijn geplaatst en een gezamenlijke handeling de bindende factor vormt. De overlieden van de Handboogdoelen lieten zich in 1653 portretteren als schatbewaarders temidden van het zilver van het oude Handboog- of Sint-Sebastiaansgilde. Lees meer over dit schilderij