Waardering

Het werk van Van der Helst werd al vroeg hoog geprezen. Daarbij oogstte ‘De Schuttersmaaltijd’ de meeste lof. Zo valt reeds in ‘Een Wegwyzer door Amsterdam’ uit 1713 over dit stuk te lezen: ‘Zo’er eenige schilderij op deeze Warelt aanbiddelyk is, zo hoeft men na geene andere Lande te gaan om er beter voorwerp te zoeken, want zy zullen in zijn soort, zo niet gevonden worden’.
In 1718 betitelde de kunstenaarsbiograaf Arnold Houbaken in zijn ‘Groote Schouburgh’ Van der Helst als de ‘Fenix der Nederlandsche Pourtretschilders’ waarmee hij hem als zeldzaam begaafd portretschilder beoordeelde. Vooral over de weergave van de huid en stofuitdrukking in ‘De Schuttersmaaltijd’ liet hij zich lovend uit: ‘In dit stuk is het naakt, zoo natuurlyk, helder en gloeijent, de onderscheiden stoffen der bekleedingen onderkennelyk in haar aart waargenomen, Goude en Zilvere kelken, en andere Feest- en Discierselen zoo uitvoerig natuurlyk en konstig geschildert, dat men zig daar over moet verwonderen’.

Lovende uitlatingen over Van der Helst’s werk zijn ook in de 18de-eeuwse kunstenaarslexica te vinden. Daarin worden voor het eerst vergelijkingen gemaakt tussen het werk van Van der Helst en dat van Rembrandt, meestal toegespitst op hun bekendste werken ‘De Schuttersmaaltijd’ en ‘De Nachtwacht’. De eerste schilder wordt daarbij doorgaans als beste beoordeeld.
In het midden van de 19de eeuw treedt er echter een verandering in deze waardering op. Dan wordt Rembrandt verheven tot nationale kunstheld, terwijl Van der Helst een tweede plaats krijgt toebedeeld. Deze omslag moet worden gezien in het licht van de opkomst van de moderne kunst, met name van het impressionisme. Het meesterlijke vakmanschap van Van der Helst paste niet in het beeld dat men in deze tijd had van de kunstenaar als een genie.
Ook in de monografie over Van der Helst van de hand van Jan Jacob de Gelder, die in 1921 verscheen, wordt de kunstenaar in dit licht bezien. De eerste zin van zijn inleiding getuigt hier al van: ‘Bartholomeus van der Helst is onder de hollandsche schilders der zeventiende eeuw niet een der grootsten, en onze belangstelling gaat eerder tot anderen, zelfs tot kleinere maar meer persoonlijke talenten, al prijzen wij de onnavolgbare schilderskwaliteiten die zijn werk eigen zijn’.

De afgelopen decennia ondergaat het werk van Van der Helst een herwaardering. Zijn meesterlijke vakmanschap wordt op zijn eigen waarden beoordeeld. Binnen het kunsthistorisch onderzoek staat zijn oeuvre opnieuw in de belangstelling. Zo kreeg zijn werk in de tentoonstelling ‘Nederlandse portretten uit de 17e eeuw’ die in 1995 in Museum Boijmans-Van Beuningen was te zien, een speciale plaats. De vijf werken uit de collectie van dit museum dienden hier als uitgangspunt voor de beschrijving van de ontwikkeling die de 17de-eeuwse portretkunst heeft doorgemaakt.